Het lijkt wat overbodig om een blog aan te wijden aan pasta koken, maar toch zijn er best wat misverstanden over hoe je nu het beste pasta kunt koken. Pasta koken is meer dan alleen een pan water opzetten, pasta erin doen en wachten tot het de “plakproef” doorstaat (sliert spaghetti tegen de koelkast deur gooien en als ie blijft plakken is de pasta al dente…) … In onze ogen verdient pasta toch echt wel wat meer eer.
Ook op tv (ja, ook bij kookprogramma’s !) zien we regelmatig dingen gebeuren met pasta die de Italiaanse tenen doen krommen. Tijd dus voor een update over wat je nu wel en vooral niet moet doen als je pasta gaat koken. Heb je zelf nog andere tips of ervaringen, laat het ons vooral weten.
Na het lezen kook je pasta nooit meer op de manier waarop je altijd hebt gedaan. Wedden? 😉
Gebruik ruim water! Dit is misschien wel de belangrijkste regel. Pasta neemt water op om te garen. Daarnaast zorgt ruim water ervoor dat de pasta voldoende ruimte heeft en dus niet aan elkaar gaat plakken. Hanteer als regel: 1 liter water op 100 gr pasta. voor 4 personen gebruik je dus een grote hoge pan.
Zout! Net zoals brood zonder zout geen smaak heeft, geldt dat ook voor pasta. Pasta neemt water op en het zout geeft dus smaak aan de pasta. Hanteer 10 gr zout per liter water. Dat brengt ons op de “gouden regel”: 1000 gr (water): 100 gr (pasta) : 10 gr (zout) . voeg zout altijd pas toe als het water kookt en niet eerder. Zout water heeft namelijk een ander kookpunt en daardoor duurt het langer voordat het water kookt. Doe niet meteen na het zout de pasta erin, maar wacht weer opnieuw tot het water kookt. Dan pas mag de pasta erbij.
Roeren! Zodra je de pasta in het kokende zoute water hebt gedaan roer je meteen even goed over de bodem zodat de pasta niet gaat plakken. Je kunt om de 2-3 minuten even roeren om er zeker van te zijn dat de pasta niet gaat plakken. Spaghetti past nooit helemaal in de pan. Ga vooral de spaghetti niet breken. Dat is echt een NO! Wacht even 2 minuutjes en dan kun je de spaghetti zachtjes met een vork verder in de pan duwen.
Géén olie! Het is echt een misverstand dat je olie moet toevoegen aan het kookwater. Het zou zogezegd het plakken voorkomen. Onzin, want doordat we ruim water gebruiken en af en toe roeren, heb je al geen last van plakken. Sterker nog, als je olie toevoegt plakt de saus straks moeilijker aan je pasta en dat wil je dus niet.
Niet afspoelen! Op de een of andere manier zie ik vaak mensen de pasta afgieten in een vergiet en daarna afspoelen. Why? Ik heb er geen verklaring voor, maar kan alleen zeggen: gewoon niet doen!
Timer! Zet een timer om er zeker van te zijn dat je pasta mooi “al dente” (beetgaar) is. Hanteer 2 minuutjes minder dan op de verpakking staat. Zeker als je de pasta nog even wilt meewarmen in de saus. De regel is altijd: Saus wacht op de pasta en niet andersom. Zorg dus dat je saus min of meer klaar is (afhankelijk van de saus uiteraard) en doe dan pas de pasta in het water. Let op dat verse pasta een aanzienlijk kortere kooktijd heeft. Voor spaghetti aglio e olio en spaghetti al limone halen wij zelfs de spaghetti er halverwege de kooktijd al uit en “risotteren” de spaghetti verder in de olie. Dus langzaam wat kookvocht erbij doen en in de saus verder garen. Wil je de pasta toch wat langer koken omdat doorgaren in de saus niet gaat (bv bij carbonara), proef dan regelmatig of de pasta niet te ver is. “Pasta scotta” (te gaar) is not done.
Niet afgieten! In plaats daarvan schep je de pasta bij de saus. We gaan het kookvocht (=goud!) namelijk nog gebruiken om de pasta wat verder te laten garen of om de saus wat aan te lengen en op smaak te brengen. Dat brengt me meteen bij het punt dat we heel vaak zien dat er twee schalen op tafel worden gezet: eentje met droge pasta en eentje met saus. Dat zal je in Italië echt nóóit zien. De pasta wordt altijd geserveerd met de saus.
Buon appetito!