Appelbeignets met een beslag van desem

Fritelle di mele con pastella di lievito madre

We gaan dit keer appelbeignets maken met een beslag van desem. Of eigenlijk het deel van je starter dat je anders tijdens het voeden weggooit. Daar kun je nog prima beslag van maken, omdat het beslag niet superveel hoeft te rijzen en je dus niet een heel actief desem hoeft te hebben. Heb je al een starter, dan kun je er meteen aan beginnen. Heb je geen starter, dan leggen we hier precies uit hoe je daar aan begint. Maar uiteraard kun je ze ook maken met een beetje bakpoeder, biergist of zefrijzend bakmeel. Het beslag is heel neutraal van smaak en niet gezoet. Ik heb alleen een beetje geraspte citroenschil erdoor gemengd dat een verrassend lekkere frisheid geeft aan het deeg.

Nu even over appelbeignets in Italië, want dat is misschien niet bepaal een gerecht dat je zou verwachten in Italië. Het tegendeel is echter waar. Daar waar de appelbeignets een echte traditie zijn in Nederland rond de jaarwisseling, zijn ze in Italië volop te krijgen in de carnavalsperiode. En niet alleen appelbeignets, maar alle soorten beignets. Ook een soort kleine oliebolletjes: castagnole. Of beignets gevuld met jam , nutella of banketbakkersroom: knapfen of bomboloni. Daarnaast is het noorden van Italië – en dan met name de streek van Trentino- een echte appelstreek.

Vanwaar deze traditie? Tijdens carnaval kon men nog eens helemaal uit de bol gaan vòòrdat de vasten begon. Met name op de laatste dag van carnaval, de vette dinsdag, werden er nog wat extra lekkernijen gebakken en op straat uitgedeeld. Vroeger werden ze in direlijk vet gebakken , omdat tijdens de vasten geen vlees gegeten mocht worden (Carne – levarum).

Maak het beslag een paar uur van tevoren, zodat het nog wat kan rijzen en de beignets extra luchtig worden tijdens het bakken. Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer ze met wat poedersuiker.