Wij zijn dol op salades. Het staat elke dag wel op tafel. Niet zo zeer als maaltijd, maar wel als bijgerecht. En dan bedoel ik niet die waterige ijsbergsla. Dat is geen sla, maar krokant water. 0% smaak, dus moet je oneindig veel toevoegen om het lekker te maken. Ik verkies dan dus liever een slasoort die al veel smaak heeft van zichzelf. Denk aan radicchio, roodlof, (rauwe) venkel, Romana, wilde spinazie of rucola. Het enige dat je dan nog nodig hebt is een goede olijfolie, citroensap en/of azijn. Je kunt het dus nauwelijks een recept noemen, maar het is eerder een ode aan de onbekendere, maar veel lekkerdere slasoorten en vooral: hoe je ze puur en mooi kunt serveren als bijgerecht.
Wat heb je nodig en wat doe je erdoor?
kies een lekkere slasoort. Denk dus aan rood/witlof, radicchio, rauwe venkel, wilde spinazie, rucola of romana sla.
Was de sla en droog deze goed. Gebruik je bladsla? Scheur deze dan altijd in plaats van snijden, anders krijg je bruine randjes. Doe ze in een mooi lage schaal. Je kunt ook een combinatie van meerder slasoorten gebruiken. Wij doen er altijd best een flinke scheut olijfolie overheen. Gebruik een goede kwaliteit. Dan aan jou de keuze wat voor “zuur” je toevoegt. Wij gebruiken meestal een beetje citroensap in combinatie met een goede wijnazijn. Soms een balsamicoazijn, maar dat hangt van je soort sla af. Venkel met balsamico is niet lekker, maar het gaat wel heel goed bij radicchio of rucola. Gebruik ook hier weer een goede variant. Niet de zoete dikke glazuur. Die is niet bedoeld voor een salade (eigenlijk nergens voor, maar dat terzijde…). Werk af met wat vers gemalen peper.
Nu kun je er voor kiezen om er nog wat schilfers parmezaanse kaas over te doen of pijnboompitten. Ook dit moet je weer af laten hangen van het soort sla. Eindeloos combineren dus, maar let vooral op: less is more!!
