Cannoli Siciliani, misschien wel de bekendste lekkernij uit Sicilië. Van oorsprong een zoetigheid die men rond carnaval at, maar dat is inmiddels allang niet meer zo. Gelukkig maar, daarvoor zijn ze veel te lekker. De naam cannolo komt van een “buis”. Je bakt de koekjes met vorm en al. Tegenwoordig met een metalen vorm, maar vroeger gebruikte men daar rietstengels (“canna”) voor. De naam verwijst dus naar de rietstengels die men vroeger gebruikte.
Deze stonden dus al heel lang op mijn lijstje om te maken. Het leek me enorm, ingewikkeld, dus heb ik dat heel lang voor me uitgeschoven. Ik heb wel op een gegeven moment cannoli vormpjes gekocht in Italië…..even onder het stof vandaan gehaald dus. Uiteindelijk dus toch maar aan begonnen en ik moet zeggen: het werk viel me echt 100% mee. OK, het is meer werk dan een cake bakken, maar je werk wordt echt beloond. Bovendien zijn ze gewoon heel erg leuk om te maken. Hier komen ze dus zeker vaker op tafel.
Wat heb je nodig? (voor ca 10 kleine cannoli)
Voor de koekjes
- 86 gr bloem tipo 00 (of anders patentbloem)
- 10 gr fijne suiker
- 10 gr kokosolie of harde boter (koud, niet gesmolten dus!!)
- 2 gr bittere cacaopoeder
- snufje kaneel
- snufje zout
- 10 gr ei (ongeveer een half ei, bewaar de rest)
- 3 gr witte wijnazijn
- 17 gr marsala of andere dessertwijn
- cannoli vormpjes
Voor de vulling en afwerking
- 500 gr ricotta (2 kuipjes) of zelfgemaakt
- 2-3 eetlepels poedersuiker
- 50 gr pure chocolade
- rasp van biologische citroen
- garnering: gepelde pistachenootjes, geconfijte sinaasappelschillen, geconfijte kersen etc.
Hoe begin je eraan?
- Laat de ricotta uitlekken in een vergiet. Dit kun je eventueel al de dag ervoor doen. Laat het tot gebruik in de koeling staan.
- Maak het deeg door eerst de droge ingrediënten in een kom te doen en dan de vochtige ingrediënten erbij te mengen. Kneed tot een homogeen deeg. Verpak in huishoudfolie en laat een tweetal uurtjes in de koelkast opstijven.
- Haal het deeg een half uurtje voor gebruik uit de koeling. Snij er een stukje af en haal deze door de grove stand van de pastamachine. Het deeg zal scheuren, maar blijf dubbelvouwen en er weer opnieuw doorhalen. Je zult merken dat het steeds makkelijker gaat. Het is belangrijk om het deeg echt heel vaak dubbel te vouwen en weer opnieuw erdoor te halen. Op deze manier vorm je een soort laagjes en krijg je straks de bolletjes als je gaat bakken. Dat willen we.
- Als je het deeg zeker 10 keer hebt gevouwen en opnieuw erdoor hebt gehaald, ga je steeds een stand fijner. Ga door tot de een na laatste stand.
- Snij de randen bij en snij vierkantjes van ongeveer 10 cm. Of de breedte van je vorm. Plak de hoekjes vast met het restje ei dat je nog hebt.
- Als je alle vormpjes met deeg hebt omwikkeld laat je ze even 10 minuten drogen. Ondertussen kun je de olie verhitten.
- Verhit een frituurpan of andere pan met een neutrale olie die goed tegen verhitten kan. Verhit tot 180 graden.
- Bak de cannoli om de beurt een minuutje. Laat ze uitlekken en iets afkoelen. Schuif voorzichtig de vorm er tussenuit.
- Begin nu weer opnieuw met het deeg te rollen en eromheen te wikkelen. Bak ze. Doe dit totdat je al het deeg hebt opgebruikt.
- Maak de vulling met de ricotta, citroenrasp, gehakte pure chocolade en poedersuiker. De koekjes zijn niet zoet, dus de ricotta mag best wat zoeter. Proef even, want ik vind het heel moeilijk om hiervoor hoeveelheden aan te duiden. Maak het zoals jij het lekker vindt.
- Vul de cannoli met de ricotta. Doe dit met een spuitzak. Ik gebruikte hiervoor een plastic zakje waar ik een puntje vanaf knipte. Werkt prima.
- Hak wat pistachenootjes voor de garnering. Garneer de cannoli met aan één kant de pistachenootjes en aan de andere kant de geconfijte kers.
- Bestrooi met poedersuiker.
- Tip: Vul alleen de cannoli die je op dat moment eet. De koekjes kun je gemakkelijk in een afgesloten doos een paar dagen bewaren. De ricotta ook in de koeling. Maak ze dus elke keer vers. Als je ze allemaal vult maar niet allemaal opeet, dan worden ze zacht.