Maak de bouillon van een blokje.
Doe wat bouillon in een apart glas en los daar de saffraan in op. Je kunt ook de saffraan oplossen in de witte wijn en dat een uurtje laten staan op kamertemperatuur.
Snipper het sjalotje heel fijn.
Doe in een grote lage pan een flinke scheut olijfolie en doe het sjalotje erbij. Niet bruin laten worden, maar alleen glazig.
Doe de risotto erbij en laag even droogkoken. De risotto moet ook wat glazig zien.
Bus nu pas met de witte wijn en laat de alcohol verdampen.
Voeg nu een scheut bouillon toe. Goed blijven roeren. Herhaal dit totdat de risotto beetgaar is. De risotto moet niet te zacht zijn, maar mag ook niet meer hard aanvoelen tussen je tanden (of blijven plakken).
Draai het vuur uit en laat de risotto nu even 2 minuutjes rusten.
Voeg de boter en de kaas toe en laat volledig opnemen. Breng op smaak met peper en zout, maar dat zal wellicht niet eens meer nodig zijn.