Zorg dat alle ingrediënten zo koud mogelijk zijn. Dus direct uit de koelkast.
Maak van de bloem, boter, gist en suiker een kruimelig deeg door de boter tussen je vingers fijn te knijpen.
rasp de schil van de citroen erbij.
Doe het ei erbij en kneed tot een homogene bal. Is het te droog? Doe er dan een eetlepel melk bij. Is het te nat? Doe er dan een beetje bloem bij. Bij dit deeg komt het niet aan op een grammetje meer of minder.
Wikkel de deegbal in vershoudfolie en leg in de koelkast voor minimaal een half uur.
Verwarm intussen de oven voor op 180 graden.
Beboter en bebloem de bakvorm. Klop het overtollige bloem eruit.
Druk het deeg in de bakvorm. Je kunt het eerst uitrollen met een deegroller, maar ik heb dus elke keer een plakje afgesneden en dit in de vorm gedrukt. Zorg dat het overal even dik is en dat je een klein opstaand randje hebt. Dat hoeft niet te hoog te zijn (1 cm). Hou een klein beetje deeg achter voor enkele reepjes.
Verspreid de jam egaal over de deegbodem.
Maak van het restje deeg enkele reepjes die je naar eigen fantasie over de taart legt.
Bak de crostata in het midden van oven in ongeveer 25-30 minuten goudbruin. Haal hem er eerder uit als de bovenkant te bruin wordt.
Als je de crostata uit de oven haalt is het deeg nog redelijk zacht en de jam vloeibaar. Laat de crostata dus echt afkoelen voordat je hem aansnijdt. Dan is het deeg lekker krokant en de jam gestold.
