Meng het water, de bloem en het desem en kneed met een machine tot een homogene massa. Hoeft nog geen mooie bal te zijn, als de bloem maar is opgenomen. Laat nu even een uurtje staan. Dit proces is belangrijk voor de vorming van de gluten. Je deeg wordt er straks mooi elastisch van.
Voeg na een uur het zout en de olie toe en kneed nog een tiental minuutjes tot het deeg een mooie gladde, elastische bal is.
Neem een kom en vet deze in met olie. Doe het deeg erin en laat nu 4 uur rijzen. Tijdens het rijzen vouw je het deeg 3 keer. Je rekt een kant van het deeg uit en vouwt het naar de andere kant. Dus links over rechts en boven over onder en zo ga je elke kant af.
Verdeel het deeg in 8 gelijke stukken. Maak ballen en bol ze op. Dat wil zeggen dat je ze met je handpalm over je werkblad rolt waardoor de bovenkant mooi strak komt te staan. Doe de ballen in een bebloemde bak en sluit deze goed af met een deksel of plastic zak. Zet ze een nacht in de koeling.
Haal ze de volgende ochtend uit de koeling en laat ze nog even 2 uur op kamertemperatuur komen.
Verwarm de oven voor op 250° en verwarm indien mogelijk een steenplaat mee. Neem een balletje en druk dit met je vingers voorzichtig plat. Druk er niet teveel lucht uit. Leg twee deegplakjes tegelijk in de oven en bak ze totdat ze bol staan. Dit duurt maar een paar minuutjes. Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen op een rek. Snij of knip de bovenkant open en vul ze met je favoriete vulling.