Zuppa di fagioli cannellini, patate e cavolo nero
Koud weer vraagt om een warm gerecht. Zoals deze soep van witte bonen, aardappel en cavolo nero. Een dikke soep van gedroogde peulvruchten die een beetje lijkt op de ribollita. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen zuppa, minestra en minestrone? Een minestra is een groentensoep waar een vorm van granen is toegevoegd zoals pasta, orzo of farro. Een minestrone is de (nog) grote versie daarvan en is vaak wat dikker die als complete maaltijd wordt geserveerd. Een zuppa is een dikke soep van alleen groenten en vaak ook (deels) gepureerd. We make een zuppa dus. Ik maak deze graag als lunch. En net zoals bij vele soepen die van peulvruchten zijn gemaakt: ze smaken de volgende dag nòg lekkerder! Dat is ook het hele idee van de ribollita (opnieuw gekookt). Die werd de dag ervoor gekookt van restjes en de dag erna gegeten.
Het leuke van dit soort soepen is dat je ze perfect kunt aanpassen aan het seizoen en wat er op dat moment voorhanden is aan verse groenten. Peulvruchten zijn het hele jaar door te verkrijgen, maar cavolo nero niet. Dat kun je eenvoudig vervangen door boerenkool, spinazie, snijbiet of andere bladgroente. Maar probeer ook een restjes groenten zoals spruitjes, groene kool of zoete aardappel. Er is geen vast recept dus lekker varieren! zo maak ik deze soep in het voorjaar graag met spinazie of snijbiet en wat verse doperwten erdoor.
In Italië worden overigens erg veel peulvruchten gegeten. Denk ook maar eens aan de farinata van kikkererwtenbloem, zuppa di lenticchie (linzen), pasta e ceci (kikkererwten) en uiteraard de ribollita dus. Vaak in een soep of pasta verwerkt en daarmee super veelzijdig en voedzaam.
Denk er alleen wel even aan om de peulvruchten een nachtje van tevoren te laten weken. Daarna moeten ze nog even een uurtje koken. Dus qua tijd even goed plannen, maar maak daarom meteen een grote hoeveelheid. Want zoals eerder gezegd, daar wordt het alleen maar lekkerder van.
Soep van witte bonen, aardappel en cavolo nero
Ingrediënten
- 250 gram gedroogde witte bonen
- 3 winterwortels
- 4 aardappels
- 1 bos cavolo nero of andere bladgroente
- 1 bouillonblokje
- 2 stengels bleekselderij
- 1 bouquet garni: gedroogde laurier, rozemarijn, tijm
- peper, zout, olijfolie
Instructies
De avond ervoor: het weken van de bonen
- Spoel de gedroogde witte bonen goed af en laat ze in heel ruim water een nacht weken.
Twee uur voor het serveren: het koken van de bonen
- Laat de geweekte bonen uitlekken en doe we in een grote pan met ruim water en breng aan de kook. Let op dat de bonen niet droogkoken.
- Bind de droge kruiden met een touwtje aan elkaar en doe het bouquet garni bij de bonen. Voeg ook de stengels bleeksederij toe.
- Schil èèn van de winterwortels en snij deze in grove stukken en voeg ook toe.
- Laat nu alles zeker een uurtje doorkoken.
- Schep de groenten en kruiden eruit. Haal de helft van de witte bonen eruit en doe in een aparte schaal. Die voegen we later weer toe.
- Pureer de andere helft van de bonen met het kookvocht tot een dikke soep. voeg eventueel nog wat water toe tot je de gewenste dikte hebt.
- Schil de aardappels en de andere twee wortels en snij ze in grove stukken. Voeg de aardappels en de wortels toe.
- Haal de dikke nerven uit de cavolo nero en snij in grove stukken en voeg toe aan de soep. Als je andere bladgroente gebruikt met een hele korte of geen kooktijd, dan wacht je hiermee tot vlak voor het serveren.
- Laat nog 20 minuten doorpruttelen tot de aardappelen beetgaar zijn. Let op, de soep brandt nu erg snel aan, dus regelmatig roeren en eventueel wat water toevoegen.
- Breng op smaak met peper en eventueel wat zout.
- Voeg nu de witte bonen die je apart hebt gehouden weer opnieuw toe.
- Serveer met een scheutje olijfolie.